Natuurlijk moet ik deze blog beginnen met een dikke vette disclaimer. Niet bij iedereen zullen EMDR sessies een positief en blijvend effect hebben op dingen in hun leven die niet lekker lopen. Zelf heb ik naast deze sessies ook een hoop andere ‘helende’ dingen gedaan en dat doe ik nog steeds. En toch wil ik onderstaande delen omdat bij mij EMDR uiteindelijk een belangrijk zetje heeft gegeven in een lang zoekproces.

Eerst maar even de context.

Wel of geen zin?
Ik heb tijden in mijn leven gekend dat ik weinig tot helemaal geen zin in seks had, terwijl ik wel in een relatie zat (drie kinderen in vier jaar tijd krijgen, is niet het beste afrodisiacum…). Ook zijn er tijden geweest dat de zin ongeveer hetzelfde was als bij mijn partner (lees: altijd aan het begin van een relatie). En de laatste jaren was mijn behoefte aan de liefde bedrijven groter geworden dan die van mijn partner.

Dat moet ik wel even nader toelichten. Bij mij is het namelijk niet zo dat ik veel met seks an sich bezig ben. Als ik alleen ben, is het zelfs niet echt aanwezig. Ik ervaar wel een hoop levensenergie, maar als er geen erotische/romantische prikkels zijn, ervaar ik die energie niet snel als seksueel of erotisch. Echter, als ik in de buurt van mijn partner ben en zeker als we elkaar aanraken is er, mede dankzij tantra, bij mij niet veel nodig om ‘aan te gaan’. Dit is iets wat de laatste jaren alleen maar sterker is geworden.

Best veel ‘gedoe’
De laatste jaren ontstond er in onze relatie op het gebied van seksualiteit steeds meer ‘gedoe’. Ik vond dat mijn partner te weinig wilde en hij vond weer dat ik er behoorlijk krampachtig mee omging. Ik moet toegeven dat dit ook zo was. Ik snap intussen dat een bepaalde overtuiging mij vaak in de greep had, namelijk: ‘als mens, als vrouw, maar zeker ook als tantrabegeleider MOET ik een flitsend en intens seksleven hebben’. En dat houdt onder andere in: zeker twee keer per week seks (ook al zijn we 14 jaar samen) en allerlei fantastische bliss-ervaringen meemaken (die er in de eerste jaren immers ook zo vaak waren).

Rupsjenooitgenoeg
Steeds vaker werd ik een rupsjenooitgenoeg. Als we vreeën, was het fijn. Heel fijn vaak ook. En dan toch vond ik achteraf vaak dat het niet lang genoeg was geweest of dat het toch fijner was geweest als we eerst een meditatie of massage hadden gedaan of dat …. bla bla bla. Ook was er voor mij een lading gekomen op de frequentie. Als ‘het’ langer dan 1,5 week niet gebeurde, begon ik al wat onrustig te worden en bij 10 dagen kon ik echt een soort van ontploffen. En dan ging het dus eigenlijk niet (per se) om ‘seks moeten hebben’ (want in mijn eentje op een onbewoond eiland zou ik er niet naar talen) maar vooral om een aandachtsmekende craving: alsjeblieft, laat me voelen dat je me wilt, zie en erken mij als seksuele vrouw. En als hij niet wilde, voelde ik me diep, diep afgewezen. Het boek ‘Verslaafd aan Liefde’ van Jan Geurtz heeft me hier trouwens interessante inzichten over gegeven.

Oordelen
Nu zullen sommige mensen (mannen?) denken: wauw, zo’n partner moet toch fantastisch zijn. Een vrouw die altijd wel wil en die me smeekt om van haar te genieten. En ja, er was nóg een overtuiging die mijn behoorlijk bepaalde: een man moet per definitie blij zijn met een gewillige vrouw. En dat mijn partner hier nou toevallig  niet (meer) zo blij mee was, leidde tot allerlei oordelen over hem.

Dynamiek in een relatie
De dynamiek in een langere relatie is een interessante: daar waar de een gaat duwen en trekken, daar gaat de ander zich sneller terugtrekken. Zo werkte het ook bij ons.

Daar waar mijn grootste trigger werd: je bent er niet voor mij, je wil me niet, je wijst me af, werd zijn grootste trigger: het is toch nooit goed genoeg en als ik iets móet, is de lol er voor mij vanaf.

Tijd voor reflectie
Het afgelopen jaar (lang leve 2020) gaf alle mogelijkheid om op dit alles te reflecteren. Het was niet de eerste keer dat ik dit deed, we hadden in de loop der jaren her en der al eens een paar relatietherapiesessies gedaan en ook individueel had ik wat dingen gedaan. Tot dan toe echter geen verandering.

Ik begon me meer en meer bewust te worden van enige dwangmatige behoeftigheid in mezelf. Iets wat behoorlijk diep leek te zitten, met als mogelijke oorzaak mijn couveusetijd. In 1970 mocht mijn moeder na een spoedkeizersnee – ook al waren er geen complicaties – de eerste vier dagen niet bij mij zijn (óndenkbaar vandaag de dag) en dat heeft mogelijk toch een flinke impact gehad. Iets wat ik mogelijk heb willen compenseren door vanaf mijn 14e vrijwel altijd in een relatie te zijn…

EMDR
Vorig jaar kwam ik dus bij EMDR terecht. Dit is een techniek waarbij je in gedachte naar een traumatische gebeurtenis teruggaat. Hierbij voel je bewust het gevoel in je lichaam terwijl je ondertussen naar de bewegende vingers van de therapeut kijkt (er zijn ook andere varianten). Net zolang tot de spanning uit je lichaam weg is.

Omdat je je couveuse-tijd als baby niet (bewust) kunt herinneren, heb ik daar eigenlijk niet mee gewerkt. Wel heb ik met frustratiemomenten gewerkt zoals momenten waarin ik me voor de zóveelste keer door mijn partner afgewezen voelde. Vaak kwamen we van daaruit dan weer bij andere thema’s uit, zoals mijn lichte obsessie met ‘tijd’ (hoe vaak, hoe lang). Het waren in mijn geval dus niet eenmalige, schokkende, traumatische gebeurtenissen (waar EMDR vaak voor wordt gebruikt) maar wel dingen waarbij ik emotioneel geraakt was geweest.

De trigger is weg
Aan het eind van een sessie had ik steeds, heel maf, het gevoel dat een deel van mijn hersenen het gewoon niet meer deden. Ik kon wel terugdenken aan een situatie maar er was geen trigger meer. Dat voelde echt super relaxed. Zeker na de allereerste sessie was ik wel echt doodmoe, alsof mijn hersenen overuren hadden gedraaid.

Na de tweede sessie kwam ik bij thuiskomt gelijk al weer in een enorm relatiedrama terecht. Die keer dacht ik dus dat ik er maar beter mee kon stoppen. Maar ik ben doorgegaan en heb uiteindelijk vier sessies gedaan.

Verandering
Intussen zijn we een paar maanden verder. Die tijd wilde ik afwachten voordat ik hier over wilde schrijven.

Maar er is dus echt iets veranderd. Ik voel een grotere innerlijke rust en kan in het contact met mijn partner meer in het nu zijn. Ik ben een stuk minder met ‘frequentie’ bezig en ook tíjdens het vrijen ben ik minder doelgericht of zoekend naar een of andere fantastische bliss-ervaring die ik denk te moeten hebben. Wat maakt dat er juist gemakkelijker een hele diepe beleving kan zijn. Het mooie is dat mijn partner mijn rust ook voelt en zo meer kan ontspannen en vervolgens ook meer ruimte voelt om zelf uit te reiken. Waardoor er intussen een fijnere balans op dit vlak tussen ons is.

Past het bij tantra?
Iemand vroeg mij of EMDR niet bekent dat je een emotie ontkent of wegduwt, wat niet bij tantra lijkt te passen. Maar nee, je laat het gevoel er juist helemaal zijn wat voor mij betekende dat ik heel even aan een gebeurtenis dacht, maar dan vooral de focus had bij de sensaties in mijn lichaam (buikpijn, drukkend gevoel bij hart, gespannen kaken etc.). Daar voelde ik ook steeds dingen veranderen en zachter worden. Ik vind het dus een lichaamsgerichte aanpak die heel goed bij tantra past.

Tot slot
Ondertussen zijn de triggers in die mate verdwenen dat ik nu denk: waar gíng dit allemaal over en moet ik deze blog wel schrijven? Tegelijkertijd hoop ik dat EMDR voor sommige mensen een verlichting kan brengen die ze voorheen misschien niet voor mogelijk hadden gehouden. Dus toch maar publiceren…