We hebben in het leven in feite maar één zekerheid en dat is dat we dood gaan. Hoe en wanneer, dat weten we niet. Maar dood gaan we. En toch is er weinig dat we zo sterk verdringen als dit feit.

De corona-pandemie heeft de dood dichterbij gebracht. Plots blijken we hier in het westen toch kwetsbaarder dan we dachten. Maar de verdringing blijft. Hoewel we een zeker aantal doden accepteren, is alles erop gericht om het aantal sterfgevallen zo klein mogelijk te houden. Logisch, want het laatste wat we willen is doodgaan. Toch?

Geen relatie met de dood
Laten we zeggen dat het gros van de mensen in het westen een interessante relatie met de dood heeft. Of is het eigenlijk: géén relatie? Zelden of nooit zijn we bezig met het feit dat iedere dag onze laatste dag kan zijn. En als de dood ineens toch aan de deur klopt, bij onszelf of bij een dierbare, dan zijn we in shock. We zijn immers zo gewend aan het idee van een maakbaar leven en we menen zelfs de dood onder controle te hebben.

De kramp van de dood
Het ontkennen van de dood is in ons land en in deze tijd niet zo moeilijk. We hebben de luxe dat er nog maar weinig mensen jong sterven. Velen worden pas later in het leven geconfronteerd met de eigen dood in zicht of met de dood van een dierbare. En als dat gebeurt, dan blijkt er in onze Hollandse cultuur een behoorlijke kramp op te zitten. Tijdens uitvaarten onderdrukken we onze emoties. Een traantje wegpinken mag, maar gekker moet het toch niet worden. En velen van ons kennen het ongemak bij het omgaan met nabestaanden. Af en toe maken we misschien een familie mee die ‘er op een hele mooie manier mee omgaat’ en zelfs na het verlies van bijvoorbeeld een kind toch weer een zinvol leven kan leiden. Maar al met al lijkt de zwaarte te overheersen en maken we met elkaar de dood het liefst zo onzichtbaar mogelijk.

Een diepe doodsangst
Deze onzichtbaarheid heeft zeker een aantrekkelijke kant. Zolang we maar ontkennen dat ‘het’ ooit eindigt, kunnen we op een bepaalde manier behoorlijk zorgeloos leven en genieten. Een hoop gevoelens hoeven niet gevoeld te worden.

Maar er is ook een andere kant.

Veel mensen die op het bewustzijnspad, bijvoorbeeld via tantra, meer naar binnen gaan en subtieler gaan voelen, ontdekken op een gegeven moment dat er ‘iets’ is waardoor ze niet ten volste leven. Niet dat ze hierbij direct een doodsangst in zichzelf herkennen. Maar als ze dieper gaan invoelen op bijvoorbeeld zaken als hoogtevrees, vliegangst of claustrofobie of op de angst om niet gezien of gewaardeerd te worden of de angst om er niet bij te horen, dan blijkt daar uiteindelijk vaak een doodsangst onder te zitten.

Zonder dat we het dus doorhebben, houdt een zekere doodsangst ons in de greep waardoor we maar moeilijk écht van het leven kunnen genieten.

Een overgang naar een andere vorm
Dat we de dood vrezen en niet onder ogen willen zien, is best verklaarbaar. Al van jongs af aan krijgen veel mensen in onze cultuur expliciet of impliciet mee dat de dood iets naars en engs is of dat het gewoon niet bestaat, behalve als we op een dag heel oud zijn. Tot die tijd moeten we er vooral niet mee bezig zijn.

Toch bestaan er ook andere visies. In klassieke tantra, hindoeïsme en boeddhisme wordt de dood gezien als een natuurlijke overgang naar een andere vorm. Dat wat sterft was toch al nooit onze kern en dat wat wel onze kern is (bewustzijn, essence nature) blijft bestaan en krijgt weer een andere vorm.

So what’s the point?

De point is dat we ons hechten aan allemaal dingen die we denken te zijn (materie, zelfbeelden, lichaam) en waarvan we leren dat ze heel belangrijk zijn. We denken dat met de dood de ‘ik’ verdwijnt waarvan we zo sterk geloven dat we die zijn. En we hebben er heel veel voor over om die ‘ik’ niet te verliezen.

Lang leven de dood
Toch stelt tantra dat we pas écht voluit kunnen leven als we ook de realiteit van vergankelijkheid en de dood volledig omarmen. Het zorgt voor minder kramp in ons leven waardoor er – paradoxaal genoeg – meer levensenergie kan gaan stromen.

Dus stel je voor dat we de dood nu eens als een zegen zouden gaan zien. Hoe zou dat zijn??

Ik geef toe: da’s best lastig. Want om als mensensoort te overleven, moeten we niet al te graag naar de dood verlangen; dan zou er immers niemand overblijven.

Laat ik er daarom van maken: stel dat we het leven en de dood evenveel waarde zouden geven.

Dus: als je leeft, leef je ten volste en in overgave, en als je stervende bent, sterf je ten volste en eveneens in overgave. Je nabestaanden zullen rouwen en ze zullen je fysieke aanwezigheid missen. Maar ze zijn ook dankbaar voor het feit dat je hebt geleefd en hoe je hebt geleefd (namelijk: ten volste). Tevens weten ze dat jouw essentie blijft bestaan en gewoon weer een nieuwe vorm zal krijgen. Ze blijven het leven vieren, ze voelen door het samenkomen nog meer verbondenheid met elkaar en het diep doorleven van de gevoelens van rouw maakt ieder van hen een rijker mens.

De volgende persconferentie…
Ik vind het wel mooi klinken eigenlijk. Maar is het collectief gaan omarmen van de dood in onze samenleving echt mogelijk? We zijn immers flink verwend, met onze hoge levensverwachtingen en goede gezondheidszorg.

Nee, op collectief niveau geloof ik niet dat we binnen afzienbare tijd tot een andere visie op en beleving van de dood kunnen komen. Stel je toch eens voor dat Mark in zijn volgende persconferentie het volgende zou zeggen:

We hebben nog eens goed nagedacht en we zijn tot een ander inzicht gekomen: we gaan vanaf nu de dood helemaal omarmen. Dat betekent dat alle corona-maatregelen per direct komen te vervallen. Ziek worden hoort er gewoon bij en sterven voor velen van u ook. In de tussentijd raden we u aan om ten volste van het leven te genieten en dat zal makkelijker gaan als u de realiteit van de dood gewoon onder ogen ziet en erkent. Het vaccineren laten we natuurlijk ook los.

Ik denk dat het als één grote macabere grap gezien zou worden.

Lijken op straat?
Een dergelijke beslissing zou natuurlijk ook enorme consequenties hebben. Het zou waarschijnlijk betekenen dat er al snel geen plek meer zou zijn in de ziekenhuizen en dat allerlei mensen thuis of op straat zouden komen te sterven. Een coronadood is naar en pijnlijk en het menselijk lijden zou dus veel zichtbaarder worden. ‘Italiaanse toestanden’ maar dan waarschijnlijk nog een stuk erger. Ik vermoed dat een dergelijke situatie al snel als ‘middeleeuws’, ‘onmenselijk’ en ‘niet van deze tijd’ bestempeld zou worden. ‘Deze tijd’ impliceert immers: zo veel mogelijk controle over het leven hebben, de dood zo lang mogelijk uitstellen en áls het dan onvermijdelijk is, dan zo pijnloos mogelijk sterven.

Ook voor de mensen die in de zorg werken, zou dit een omslag in denken en werken vragen. Zij proberen immers tot nu toe mensen zo veel mogelijk in léven te houden en het lijden tot een minimum te beperken.

We hebben het hier in wezen over een paradigma-shift die vermoedelijk vrijwel niemand wil en kan maken.

Wat kunnen we zelf doen?
Toch denk ik dat er op individueel niveau wel degelijk dingen te doen zijn (en ja, een heleboel individuen bij elkaar vormen het collectief..). Voor wie zich laat inspireren door oosterse zienswijzen zoals taoIsme, het hindoeïsme, het boeddhisme en/of tantra hoeft dit helemaal niet ver weg te zijn. En trouwens, voor streng religieuze christenen, joden en moslims die hun leven én hun dood helemaal in Gods handen leggen mogelijk ook niet.

Bezinning op vergankelijkheid
In klassieke tantra werd de realiteit van de dood altijd al erkend en men werd aangemoedigd om hier tijdens het leven bewust mee bezig te zijn. Een paar extreme tantrastromingen deden dit door bijvoorbeeld wijn te drinken uit schedels van overledenen en te mediteren op crematieplekken. Net zo lang tot alle angsten rondom het sterven en de dood overwonnen waren.

Mediteren op de begraafplaats hier om de hoek lijkt me bijzonder maar ook spannend en dat raad ik nou niet direct aan. Wat echter prima mogelijk is, is een dagelijkse bezinning op de realiteit van vergankelijkheid. Oftewel: je steeds weer realiseren en accepteren dat alles vergankelijk is: de spullen om je heen en alles in de natuur, maar ook je lichaam, je leven en dat van je dierbaren. En regelmatig een begraafplaats bezoeken kan natuurlijk wel altijd.

Eren van de cyclus van het bestaan
Een bezinning op vergankelijkheid kan samengaan met het eren van hoe alles in ons bestaan onderdeel is van een cyclus van geboorte, leven, sterven en een nieuwe vorm krijgen. Bij de blaadjes aan de bomen vinden we dat de gewoonste zaak van de wereld, voor ons eigen leven is het accepteren van deze cyclus, en dan vooral de afbraak en het sterven, een grotere klus.

De dood herkennen in het dagelijks leven
We mogen de dood meer en meer in allerlei aspecten van het leven gaan erkennen en eren. De dood is niet alleen maar die ene gebeurtenis aan het eind van je leven. Het afsterven, het transformeren en het verlies vinden constant plaats. Een dag die voorbij gaat, een relatie die eindigt, een koekje dat op is, een rimpel die erbij is gekomen. Alles in ons leven is constant in verandering en niets maar dan ook niets is blijvend.

Onthechting oefenen
Tantra gaat niet alleen maar over het genieten van fijne dingen. Ja zeker, genieten mag ten volste, maar zo gauw je merkt dat je gehecht raakt, mag je jezelf weer oefenen in onthechting. Die opwindende vrijpartij, dat leuke feestje, die mooie ontmoeting, dat paradijselijke vakantieoord, die heerlijke pizza of die fantastische tantraretreat: alles gaat voorbij en hoe meer je bepaalde ervaringen probeert vast te houden, hoe groter het lijden zal zijn als de ervaring voorbij is. Het oefenen van niet-gehecht zijn aan en het loslaten van dagelijkse dingen zijn een goede voorbereiding op dat ene moment van het ultieme loslaten: de dood.

Ja ja, maar als het dan écht zo ver is?
We kunnen natuurlijk trouw al deze suggesties in de praktijk brengen, maar uiteindelijk weten we pas echt hoe we met de dood dealen als het zo ver is. Op ons moment van sterven, en ja, ook jij en ik moeten er op een dag aan geloven, mag blijken of onze practice echt de kracht heeft gegeven die we onszelf toewensten.

Overigens gaat het in deze pandemie natuurlijk niet alleen maar over het accepteren van de dood. Het gaat bijvoorbeeld ook over het omgaan en accepteren van lijden tijdens het sterfproces. Doodgaan is één, maar heel veel (pijn) lijden tijdens het sterven is nog weer iets anders. Tantra biedt ook hier inzichten voor, bijvoorbeeld dat vanuit de visie van non-dualiteit genieten en lijden uiteindelijk hetzelfde ervaren kunnen worden. Ik moet wel zeggen dat ik dit aspect nog wat meer voor gevorderden vind. Want ook al weet ik dat er zelfs mensen zijn geweest die in een concentratiekamp tot ontwaken kwamen, de realiteit van intens (pijn) lijden volledig kunnen omarmen is voor mij nog geen vanzelfsprekendheid. Hierover een andere keer meer.

Reageren? Graag!
Mensen die de dood al eens in de ogen hebben gekeken, mensen die weten dat ze niet lang meer te leven hebben en mensen die een dierbare verloren hebben, mogen zich wat mij betreft meer laten horen. Wat hebben zij geleerd over sterven en de dood? Hoe verrijkt de realiteit van de dood hun leven? Hoe gaan zij door rouw heen? En wat betekenen deze inzichten concreet voor hun leven op dit moment, midden in een pandemie? Ook ben ik benieuwd naar ervaringen van mensen in andere (sub)culturen. Ervaren hindoes en boeddhisten de pandemie anders? Welke inzichten over sterven, rouw en de dood kunnen ons nog meer van dienst zijn juist in deze tijd? Ik hoor het graag.

2 antwoorden
  1. Lauk Woltring
    Lauk Woltring zegt:

    Dag Wendy, een erg mooie tekst. Ooit zag ik de dood onder ogen toen ik het rond mijn 24e niet meer zag zitten. Gelukkig ben ik daar uit gekomen en sindsdien omhels ik het leven (meestal) sterker. Omdat ik was gediagnosticeerd met ‘manisch-depressief’ of ‘bipolair’, ook maar een label, dat echter wel een facet van mij beschreef, heb ik wel de kunst van het leven zelf wat bewuster moeten ontwikkelen om overeind te blijven, hetgeen aan de basis van mijn verdere werk stond (zie mijn site).
    Intrigerend was dat inde jaren daarna een aantal mensen mij aanspraken die op het punt stonden zich te suïcideren, maar toch contact zochten en het uiteindelijk (voor zover ik weet) niet deden. Ik zocht ze niet op, zij waren niet op zoek naar mij, maar die contacten ontstonden toevallig; iemand zit in de tram naast mij die vertelde waar ze mee bezig was, een studente, een actrice die op de academie optrad, e.d..
    Sindsdien denk ik natuurlijk ook na over de dood, zeker toen ik een jaar of tien geleden ‘verdacht werd’ van darmkanker (gelukkig had ik het niet, maar ik was even behoorlijk bang, totdat ik er rustig over nadacht: nou en, wat dan?).
    Al lange tijd ben ik op enigerlei wijze niet echt bang voor de dood, al leef ik nog graag een tijd verder. Een jaar of twee geleden was ik een tijd onverklaarbaar erg ziek, maar knapte weer op. Bij de aanvang van de Covid19 pandemie hebben mijn vrouw en ik allebei een USB-stick gemaakt met foto’s vanaf vroege jeugd, en het bewerken van die foto’s triggerde een reeks herinneringen waar ik om aan gaf door ze te beschrijven, de ene herinnering haalde de andere op en zo verder. Dit was niet zozeer nostalgie maar maakt dat ik de rijkdom van het leven inzie, al mijn ervaringen, alles wat ik letterlijk en figuurlijk heb mee-gemaakt, en daardoor ben ik steeds minder bang voor de dood.. en meer benieuwd naar wat dat dan is en hoe het daarna kan zijn…
    Misschien kun je hier in jouw werk wat mee (het actief onderzoeken van je herinneringen, daarvan leren en zo minder bang zijn voor de dood, als je immers je leven als positief kunt ervaren, of – zoals mijn vrouw dat zo mooi zegt: de achterkant van het borduurwerk afhechten (maak goed wat je fout hebt gedaan, desnoods symbolisch, sluit vrede met je zelf en sta open voor….., ja ook de dood..

    • Wendy Doeleman
      Wendy Doeleman zegt:

      Dank je wel Lauk. En zeker een mooie suggestie om in een van mijn langere trainingen te werken met herinneringen <3.

Reacties zijn gesloten.